Iedereen heeft een karakter. Althans, daar gaan we van uit,
dat nemen we aan, dat hebben we zo geleerd. In de psychologie bestaan er zelfs
allerlei benamingen voor: flegmatisch, melancholisch, sanguïnisch, cholerisch,
introvert, extravert, et cetera.
Kan het Woord van God ingrijpen op dat karakter? Kan God
karakters veranderen? Kan God een driftig type geduldig maken? Kan iemand van
introvert extravert worden? Wíl God überhaupt dat ons karakter door zijn
toedoen verandert? Of moeten we het karakter dat iemand nu eenmaal heeft voor
lief nemen en enkel de negatieve uitwassen daarvan te lijf gaan met Gods
evangelie?
Lastige materie. Vooral als je wat inzoomt op hoe karakters
worden gevormd. Vrijwel alle psychologen, zelfs de seculiere, zijn het erover
eens dat die karaktervorming begint bij je vroege jeugd. De liefde die je al of
niet ervaren hebt. De teleurstellingen die je hebt moeten verwerken. De
traumatische ervaringen die je had. Hoe je gezinsleven in elkaar stak. Welke
plek je in je gezin had. Of je op school gepest werd. Welke verwachtingen je
ouders van je hadden. Ik kan nog wel even doorgaan. En anders jij wel.
Wat mij intrigeert is het feit dat al die karaktervormende
gebeurtenissen uiteindelijk te maken hebben met zonde en vergeving, met liefde
en vertrouwen.
Al die mensen die ons zus of zo bejegenden, al die keren dat
wij anderen zus of zo bejegenden. Zus of zo: goed of juist slecht. Het is één
grillige warboel van zonde en soms liefde.
En dan is daar God in ons leven: onveranderlijk, vol
onmetelijke liefde, volledig vergevingsgezind, met een volmaakt karakter. De
volmaakte vader, broer, zus, oom, collega, kennis, buurman, verre naaste.
Aan de ene kant verbleken daarbij onze onderlinge
karakterverschilletjes volledig. Aan de andere kant plaatst dat onze onderlinge
karakterschillen in een gigantisch bevrijdend licht: de ander is als ikzelf.
Niet meer, niet minder. Niet slechter, niet beter.
We hoeven niet meer bang te zijn. We hoeven ons niet meer bij
voorbaat te beschermen tegen mogelijke kwetsingen door anderen. Nee, we kunnen
gaan liefhebben. Nee, da’s te mooi. We kunnen gaan begínnen met liefhebben. Een
heel klein beginnetje, in die tachtig, negentig jaren dat we leven. Nog geen
procentje van de eeuwigheid. Maar troosten ons zolang met deze wetenschap:
daarna barst het helemaal los!
Ik werd geïnspireerd tot deze blog door Jos Douma: http://josdouma.wordpress.com/2012/06/20/gezocht-een-kerk-die-jouw-karakter-vormt-4/#comment-1504
Ik werd geïnspireerd tot deze blog door Jos Douma: http://josdouma.wordpress.com/2012/06/20/gezocht-een-kerk-die-jouw-karakter-vormt-4/#comment-1504